Sinds 2013 ben ik zelfstandig ondernemer. Na ruim 35 jaar in loondienst te hebben gewerkt, vond ik het tijd om mijn ervaring en kennis op een andere manier in te zetten, dan ik tot dan toe had gedaan. Geen beleid, protocollen en regels, opgelegd van ‘bovenaf’, maar mijn eigen koers varen.
Ik was (en ben) er van overtuigd dat ik betere hulpverlening kon bieden zonder de beperkingen van de wet- en regelgeving, waaraan de GGZ (mijn werkgever) zich wel had te houden. Ga ik dan helemaal ‘los’ in mijn praktijk? Nee, natuurlijk niet. Ook nu werk ik volgens bepaalde regels, normen en waarden, maar dan wel mijn eigen.
Daarmee ben ik overigens niet de enige. Nederland telt zo’n 870.000 fulltime en 215.000 parttime zzp’ers (cijfers 2016 via HR-Kiosk). Deze zelfstandigen werken in verschillende branches (van taxichauffeurs tot medisch specialisten). Evengoed is de concurrentie per branche groot. Althans zo wordt dit door de meeste zelfstandigen ervaren.
Ik kijk anders naar mijn collega-ondernemers. Het komt niet vaak voor dat twee ondernemers exact dezelfde diensten en/of producten aanbieden. Daarnaast hebben zij een eigen inbreng vanuit hun persoonlijkheid. Heeft mijn collega-ondernemer een ander specialisme of zelfs een heel ander vakgebied dan ik, dan is het helemaal fantastisch, want dan kunnen wij elkaar aanvullen en onze wederzijdse cliënten dus een breder pakket aanbieden, dan wij ieder alleen zouden kunnen. Hoe? Eenvoudigweg door samen te werken!
Maar nu komt het: ondanks dat veel zzp’ers het gemis aan collega’s, overlegmogelijkheden e.d. noemen, vinden veel van hen samenwerken ‘bedreigend’. Bedreigend uit angst zichzelf (en hun onderneming), kennis en ervaring prijs te geven of cliënten aan de ander te verliezen. Voor hun diensten en producten geldt dit nog veel meer, zeker wanneer die door henzelf zijn ontwikkeld. Angst ook hun identiteit te verliezen, op te gaan in en ….., vul maar aan.
Is deze angst terecht? Ja en nee. Ik ontken niet dat er mensen zijn die aan de haal gaan met de ideeën, producten en diensten van een ander aan. Het heeft mij oprecht verbaasd hoe vaak dit voorkomt binnen de hulpverlening. En gek genoeg vaker door grotere praktijken, ondernemingen dan door mede-zelfstandigen. Over het algemeen heerst respect onder mede-ondernemers voor elkaars ideeën en diensten. Althans dat is mijn ervaring. En waarom zou je iets (ongevraagd) van de ander gebruiken? Je hebt toch zelf een goed aanbod voor jouw cliënten?
Samen sterker
Naast psycholoog en coach ben ik Master Vitaliteit Expert. Dit laatste houdt onder andere in dat ik mijn cliënten niet alleen begeleid bij veranderingsprocessen of psychische klachten, maar ook kijk naar hun fysieke gezondheid en hun sociaal-maatschappelijke omstandigheden, zoals inkomen/werk, wonen, relaties etc. Ofwel: de omgevingsfactoren. Ondervindt een cliënt problemen wat betreft lichamelijke gezondheid of zijn er problemen binnen de omgevingsfactoren, dan adviseer ik hen een gespecialiseerd professional op dat gebied te raadplegen en koppel hen (met hun toestemming) aan, een deskundig mede-ondernemer, met wie ik samenwerk.
Mijn samenwerkingspartners kennen mijn manier van werken en onderschrijven deze. Mijn rapportage over een cliënt is voor hen net zo helder als voor mij. Het grote voordeel voor de cliënt is dat hij niet opnieuw zijn verhaal hoeft te doen bij iedere (aanvullende) professional, de lijnen tussen mij en mijn samenwerkingspartners kort zijn en dus tijd en geld wordt bespaard. Voor mij en mijn samenwerkingspartners is het voordeel dat wij een breder pakket aan diensten kunnen bieden aan onze wederzijdse cliënten, ofwel: integrale (complementaire) gezondheidszorg = gezondheidszorg + aanvullende dienstverlening.
Voorbeeldcasus
De reden van mijn werkwijze kan ik het beste duidelijk maken met een voorbeeld.
Een man komt met stressklachten bij mij. Hij is getrouwd, heeft drie kinderen en vertelt een drukke baan te hebben. Hij geeft aan dat de stress, die hij ervaart, wordt veroorzaakt door werkdruk. Na onze kennismaking vraag ik hem een digitale vragenlijst in te vullen (Vitaliteitfactor) en aan de hand van zijn antwoorden heb ik een aanvullend gesprek met hem. Zowel uit de vragenlijst als ons gesprek komt naar voren dat de man zijn werk juist gebruikt om te ‘ontsnappen’ aan zijn thuissituatie.
De relatie met zijn vrouw staat onder druk als gevolg van financiële problemen. Hij is de oudste van drie kinderen en heeft op jonge leeftijd zijn vader verloren. In zijn jeugd heeft hij de rol van vader op zich genomen, voelde zich verantwoordelijk voor zijn broer, zus en hun moeder. Gepraat over gevoelens werd er niet. De man had geleerd deze ‘binnen’ te houden, ook in de relatie met zijn vrouw en kinderen.¹
Aanpak
Op persoonlijk vlak en wat betreft de relatie met zijn vrouw kon ik de man begeleiden, maar voor hun financiële problemen heb ik een collega ingeschakeld. De collega heeft samen met de man een budget opgesteld en gezorgd dat betalingsregelingen zijn getroffen. Zou ik de collega niet te hulp hebben geroepen, zou mijn begeleiding op persoonlijk en relationeel vlak nauwelijks of alleen tijdelijk effect hebben gehad. De spanningen werden immers mede veroorzaakt door de penibele financiële situatie van het gezin. Doordat op meer terreinen hulp- en dienstverlening is ingezet, namen bij de man de stressklachten af, kon hij zich meer openstellen naar zijn vrouw en kinderen en had hij meer geleerd over zichzelf en de achterliggende oorzaken van zijn klachten.
Cliënt centraal|
Naast mijn praktijk ben ik directeur van Vitaliteit Groep Nederland, een samenwerkingsverband van (zelfstandige) professionals binnen de Integrale Gezondheidszorg, aangevuld met complementaire dienstverlening waarbinnen de Vitaliteitfactor leidend is. Ben ik nog zelfstandige? Ja, 100%, maar wel in samenwerking met andere, even bevlogen professionals, die een zo goed en breed mogelijke oplossing willen bieden voor klachten en problemen van cliënten en de cliënt centraal zetten.
Wil je meer weten over samenwerken met mij of gelijkgestemden, mail naar hester.morsdorf@vitaliteitgroep.nl.
Collegiale groet,
Hester Morsdorf